Leergulzig

Hoop cultiveren, vernedering vermijden, angst overwinnen, vertrouwen scheppen en optimisme uitstralen. Over wat me beroert en wat me ontroert.


1 reactie

Zelfvertrouwen, niets voor vrouwen?

Eenmaal per jaar worden we met de internationale vrouwendag nog eens gewezen op termen als emancipatie, feminisme, rolpatronen,… en wordt er een roundup gemaakt over de huidige stand van zaken.

Wat we bereikt hebben, als vrouwen, en wat we niet bereikt hebben. Wat we aan onszelf te danken hebben en wat aan de anderen. Wat we van onszelf en anderen verwachten en wat we wensen en niet wensen. Aan de hand van allerlei lijstjes en onderzoeken worden meta-analyses geïnterpreteerd,  bv. dit artikel over meisjes en vrouwen in de wereldeconomie.

Elke Jeurissen en Cato Léonard van Glassroots proberen vrouwen in hun zelfvertrouwen een boost te geven via de straffemadammenclub. Liesbeth Van Impe als hoofdredacteur roept vrouwen op zich niet te laten tegenhouden door angst. Er is zo’n gezegde: ‘Achter ieder groot man staat een sterke vrouw’.  Nu nog die vrouwen op het voorplan krijgen door hun zelfvertrouwen te pimpen.

Wat de voorbije 50 jaar allemaal niet is veranderd voor vrouwen, het is een ellenlange opsomming. Dankzij inzichten van velen die hun nek hebben uitgestoken op een zichtbare manier maar vooral dankzij de inzet van velen die onzichtbaar in eigen rangen hun mannetje hebben gestaan. Zo iemand is mijn moeder, steevast meewerkende echtgenote – wat een term! – , die op haar zelfbewuste manier in haar winkel vrouwen tot meer zelfvertrouwen heeft aangemoedigd. Vrouwen van die naoorlogse generatie die ervoor gezorgd hebben dat hun kinderen alle onderwijskansen konden, mochten maar vooral moesten grijpen. Want vele vrouwen weten maar verdomd goed dat dankzij onderwijs vele poorten openen die anders gesloten blijven. Dat zie je in vele delen van de wereld waar educatie van meisjes maar met mondjesmaat wordt toegestaan. Educatie van meisjes wereldwijd , ik ben ervan overtuigd dat dit de wereld kan redden… .

Een bericht in de pers met betrekking tot onderwijs inspireerde me tot deze blog. Meisjes hebben nog steeds te weinig zelfvertrouwen en jongens zijn en blijven speelvogels. 😉

We wisten deze bevinding al eerder vanuit het onderzoek over de zogenaamde STEM-richtingen*.

Ikzelf moest hier toch denken aan mijn eigen onderwijsloopbaan. Toen ik eind jaren zeventig het regentaat wetenschappen aanvatte hadden we een docent wiskunde/fysica die sprak in termen van ‘Moleintje, ge gaat dat wel kunnen,… ‘. Deze leraar slaagde er met zijn enthousiasme bijna in om ons boeken van wiskunde te doen lezen alsof het romans waren. In mijn secundair had ik ook leraren getroffen zoals de begeesterende Mie-Chemie, de overtuigende Mevr. Van Hooland – vrouw van … – en de natuurminnende wijlen Hr. Papignies. Allen brachten ze ons de liefde voor de wetenschap bij met discipline en met fierheid. Is alles nu chemie of is alles nu fysica? Het werden mijn lievelingsvakken dankzij de motivatie en de onderwijsaanpak van deze ‘leer-krachten’.

Maar toen sloeg het noodlot toe. Die wiskunde/fysica-docent verdween plots na een paar maanden, stilzwijgend. Zonder uitleg van directie voelden we ons verweesd achtergelaten. Vooral de meisjes, die altijd links in het klaslokaal zaten. Het was zoals in de kerk toen. Meisjes en jongens in eenzelfde klas, het gemengd onderwijs was eindelijk een juridisch feit maar in de hoofden blijkbaar nog niet echt. Maar toen, eind jaren zeventig – ik zie dit fragment nog steeds helder voor ogen – kwam een nieuwe oude docent wiskunde/fysica het labo fysica binnengestormd als een stormram, met deze letterlijke woorden: “Mijn naam is …. maar mijn bijnaam in ‘Het Beest’ omdat ik hier de grootste vrouwenhater ben op deze school. Ik geloof niet dat meisjes/vrouwen geschikt zijn voor wetenschap en techniek. En beste jongens, ik zal jullie dat nog bewijzen ook.”  Mijn intuïtie liet me toen aanvoelen dat mijn toekomst op dat moment werd bezegeld. Gaandeweg verloor ik, en ik niet alleen, mijn zelfvertrouwen. Ik kon geen cosinus van sinus en tangens meer onderscheiden, de labo-lessen liet ik aan mij voorbijgaan in het studentencafeetje op de hoek, ik reed soms met dezelfde bus naar Gent en van Gent weg,… . Brossen werd een werkwoord waarvan ik me nochtans had voorgenomen het nooit te doen. Mijn ouders en mijn lief zagen mij wegkwijnen tot de bom barstte. Ik kapte ermee in maart. Na mij nog vele andere meisjes met een hart voor wetenschappen. De tijdsgeest van de jaren zeventig. Mijn onderwijsdroom was aan flarden gescheurd – door 1 man. Ik kon geen school meer zien.

Maar dankzij mijn ouders, mijn broers en mijn lief (nu mijn echtgenoot) raapte ik me langzaam weer bij elkaar en kroop uit de put van mistroostigheid. Met één perspectief voor ogen: mijn onderwijsdroom alsnog na te streven. Maar ook met één zelfzekerheid: dat ik me nooit nog door een man in dit streven zou laten kortwieken.

Nu, zo’n dertig jaar later zoekt men volop hoe de rode loper kan worden uitgerold voor meer meisjes in studierichtingen die gericht zijn op o.a. wetenschappen en wiskunde. Er moeten soms generaties overheen gaan om grondige mentaliteitswijzigingen door te voeren.

Als we meisjes meer willen doen geloven in zichzelf dan hebben we vrouwen maar ook mannen nodig die de kunst verstaan van motiveren, waarderen, enthousiasmeren, en zoveel andere positieve werkwoorden die eindigen op ‘EREN’. En dat alles begint in het onderwijs!

 

 

* STEM staat voor Science Technology Engineering Math